Eind 19e eeuw bedacht en patenteerde William Pate de 24-tands dop. De dop met 24 tanden bleef de industriestandaard tot ongeveer de jaren 30.
Na de opkomst van de automatische machines werd de flessendop in een automatisch geïnstalleerde slang geplaatst, maar bij het gebruik van de dop met 24 tanden bleek het heel gemakkelijk te gebeuren dat de slang van de automatische vulmachine verstopt raakte. Deze dop werd uiteindelijk geleidelijk aan gestandaardiseerd naar de huidige dop met 21 tanden.
Bier bevat een grote hoeveelheid koolstofdioxide en er zijn twee basisvereisten voor de dop: een goede afdichting en een zekere mate van occlusie, wat vaak een sterke dop wordt genoemd. Dit betekent dat het aantal plooien in elke dop evenredig moet zijn met het contactoppervlak van de flesmond, zodat het contactoppervlak van elke plooi groter kan zijn. De golvende afdichting aan de buitenkant van de dop verhoogt bovendien de wrijving en vergemakkelijkt het openen. Een dop met 21 tanden is de optimale keuze om aan deze twee eisen te voldoen.
Een andere reden waarom het aantal kartels op de dop 21 is, heeft te maken met de flesopener. Bier bevat veel gas, dus als het verkeerd wordt geopend, kan het gemakkelijk letsel veroorzaken. Na de uitvinding van de flesopener, die geschikt was om flessendoppen te openen, en door de zaagtanden voortdurend te wijzigen, werd uiteindelijk vastgesteld dat de flesopener met 21 tanden het gemakkelijkst en veiligst te openen is. Tegenwoordig zie je daarom dat alle bierdoppen 21 kartels hebben.
Plaatsingstijd: 2 november 2023